Hoofdstuk 5.1.10.4. Medezeggenschap binnen internationaal concern
Ondernemingen die behoren tot een internationaal concern zijn mogelijk als onderneming in de zin van de Wet op de ondernemingsraden aan te merken (5.1.10.4.A.). Daarnaast zullen zich bij internationale concerns vaak grensoverschrijdende aangelegenheden voordoen, waarop de nationale medezeggenschapsstructuren weinig greep hebben. Binnen dit kader speelt de instelling van een Europese ondernemingsraad en medezeggenschap voor vertegenwoordigers van werknemers (5.1.10.4.B.). Daarnaast kan de ondernemer tot een groep ondernemers behoren die in Nederland zijn gevestigd, waardoor de inhoud van hoofdstuk 5.1.10.2 of 5.1.10.3 ook van belang is (zie 5.1.10.).
A. Is het onderdeel van het concern een “onderneming”?
Het is goed mogelijk dat een onderneming (vestiging) die in Nederland gevestigd is, het eigendom is van een ondernemer (rechtspersoon) die mogelijk zelf in het buitenland is gevestigd. In dat geval is de Wet op de ondernemingsraden van toepassing, wanneer de in Nederland gevestigde onderneming voldoet aan de in hoofdstuk 5.1.1.1. gestelde criteria (5.1.1.1.). Vaak zal dat zich voordoen doordat er sprake is van een organisatie die naar buiten toe als een zelfstandige eenheid optreedt en waarbinnen krachtens arbeidsovereenkomst wordt gewerkt (art 1-1 WOR). Van een “organisatie” is sprake, als er op een of andere manier een geordend verband is van samenwerkende mensen. Bij “naar buiten toe optreden” gaat het om het zich als eenheid presenteren, meestal door met een eigen naam te werken. Een dergelijke “presentatie” kan zich sneller voordoen, daar de rest van het concern in andere landen gevestigd is.
Van belang is verder een persoon die in de onderneming (dus in Nederland) de hoogte zeggenschap heeft als bestuurder is aan te merken die de ondernemer (eigenaar) vertegenwoordigd (5.1.1.1.). Het gaat daarbij om een persoon die de feitelijke leiding in de onderneming uitoefent, die met de raad overlegt en die namens de ondernemer om advies en instemming vraagt.
B. Europese ondernemingsraad
Voor internationale concerns geldt mogelijk de verplichting om in onderhandeling te treden met vertegenwoordigers van bepaalde werknemersorganisaties uit landen van de Europese unie of staten binnen de Europees Economische Ruimte (Alle West-, Zuid-Europese en Scandinavische landen, inclusief het Verenigd koninkrijk). Deze verplichting geldt voor een onderneming of concern bij wie in de laatste twee jaar gemiddeld meer dan 1000 medewerkers werken binnen genoemde staten, terwijl minimaal twee ondernemingen in verschillende staten ieder meer dan 150 medewerkers tellen. Op verzoek van de werknemers of werknemersvertegenwoordigers worden gegevens verstrekt over het aantal medewerkers in de onderneming of in het concern in de verschillende staten.
De onderhandelingen tussen het (hoofd)bestuur en vertegenwoordigers van medewerkers hebben tot doel om de medezeggenschap vorm te geven ten aanzien van aangelegenheden die nationale grenzen overschrijden. Bij deze onderhandelingen wordt aan partijen een aanzienlijke vrijheid gelaten om een regeling overeen te komen. De regelingen die ontstaan brengen echter lang niet de rechten met zich mee die voor Nederlandse ondernemingsraden gelden. Het gaat doorgaans om een (actief en) passief informatierecht van de raad, welke één of twee keer per jaar in overleg treed met het (hoofd)bestuur en een beperkt adviesrecht. Komen het (hoofd)bestuur en de vertegenwoordigers er niet uit, dan dient het hoofdbestuur een Europese Ondernemingsraad in te stellen volgens de Wet op de Europese ondernemingsraden (Staatsblad 32 van 1997). Daarvoor heeft het (hoofd)bestuur 3 jaar de tijd, te rekenen vanaf het verzoek van vertegenwoordigers om in onderhandelingen te treden. Deze vertegenwoordigers zijn daartoe aangewezen of gekozen, waarbij het doorgaans om kaderleden van vakbonden zal gaan. Tot het instellen van een Europese ondernemingsraad is het bestuur ook gehouden, als zij niet op verzoek in overleg wenst te treden met vertegenwoordigers. In dit geval dient het (hoofd)bestuur binnen zes maanden een Europese ondernemingsraad in te stellen volgens de wet, te rekenen vanaf het verzoek.
Verder zoeken
Deze pagina is onderdeel van hoofdstuk 5 over de medezeggenschap. U vindt in dit deel informatie over collectieve regelingen die voor werkgevers en werknemers gelden op grond van hun arbeidsovereenkomsten:
5.1. Ondernemingsraad (o.a. instellen, advies, instemming, recht op informatie)
5.2. Arbeidsomstandigheden bij de werkgever (o.a. arbobeleid, arbeidsinspectie)
5.3. Arbeidstijden voor werknemers (o.a. vaststellen, veranderen)
Zoekt u een ander onderwerp, zie dan onze trefwoorden of inhoudsopgave.