Hoofdstuk 5.1. Ondernemingsraad
De raad
De ondernemingsraad dient ter verbetering van het functioneren van de onderneming in algemene zin, waarbij de raad de medewerkers vertegenwoordigt. Dit doet de raad bijvoorbeeld door het voeren van overleg met de bestuurder(s) van de onderneming en het geven van advies of instemming bij besluiten.
Voor enige algemene opmerkingen over de ondernemingsraad wordt er verwezen naar hoofdstuk 5.1.1., dat ingaat op termen als; “ondernemer”, “onderneming” en “bestuur”, de instellingsverplichting, de verkiezingen en de zittingsduur (5.1.1.). Vervolgens wordt de interne gang van zaken van de ondernemingsraad behandeld, waarbij het reglement, beschikbare uren, kosten, opleiding en secretariaat de revue passeren (5.1.2.). Daarna wordt er ingegaan op het instellen van commissies, het raadplegen van deskundigen en het informeren en geheimhouden (5.1.3.).
Belangrijke bevoegdheden van de ondernemingsraad zijn het recht op overleg (5.1.4.), het geven van advies (5.1.5.) en instemming (5.1.6.). Dergelijke bevoegdheden worden ondersteund door het recht op informatie (5.1.7.) en een extra ontslagbescherming van werknemers die betrokken zijn bij de medezeggenschap (5.1.8.).
Het standaardmodel van één grote onderneming met één ondernemingsraad wordt vaak doorkruist, doordat de medezeggenschap vaak anders ingevuld wordt, als het gaat om een kleine onderneming (5.1.9.) of wanneer het gaat om een samenstel van meerdere ondernemingen (5.1.10.).
Tot slot van dit hoofdstuk worden de volgende onderwerpen kort behandeld:
- Een nadere invulling van de taak van de ondernemingsraad (5.1.11.1.).
- Recht tot het benoemen van bestuursleden voor organisaties die ingesteld zijn voor het personeel (5.1.11.2.).
- Rechten van de ondernemingsraad, als er een lid van de raad van commissarissen wordt benoemd bij een structuurvennootschap (5.1.11.3.).
- Geschillen, procederen en inschakelen bedrijfscommissie (5.1.11.4.).
- Algemene opmerkingen over bedrijfscommissies (5.1.11.5.).
In de teksten wordt er steeds verwezen naar de Wet op de Ondernemingsraden (WOR).
Inhoudsopgave
5.1. Ondernemingsraad
5.1.1. (Instellen van) de ondernemingsraad
5.1.1.1. Ondernemer, onderneming en bestuurder
5.1.1.2. Verplichting tot het instellen van de ondernemingsraad
5.1.1.3. Kiezen van de leden voor de ondernemingsraad
5.1.1.4. De zittingsperiode, wijziging, einde van (het lidmaatschap van) de ondernemingsraad
5.1.2. De interne gang van zaken bij de ondernemingsraad
5.1.2.1. Opstellen reglement
5.1.2.2. Vaststellen uren (voor overige werkzaamheden)
5.1.2.3. Scholing en training
5.1.2.4. Kosten en ter beschikking stellen van voorzieningen
5.1.2.5. Voorzitter en secretariaat
5.1.3. Commissies, raadplegen deskundigen, informeren en geheimhouden
5.1.3.1. Commissie van de ondernemingsraad
5.1.3.2. Raadplegen van deskundigen
5.1.3.3. Informeren en geheimhouden
5.1.4. (Overleg)vergaderingen
5.1.5. Adviesrecht over besluiten van het bestuur
5.1.5.1. Het vragen en geven van advies
– 5.1.5.1.A. Overdracht van de zeggenschap
– 5.1.5.1.B. Andere relatie met andere onderneming
– 5.1.5.1.C. Sluiten van (een deel van) de onderneming
– 5.1.5.1.D. Belangrijke inkrimping, uitbreiding of andere wijziging
– 5.1.5.1.E. Belangrijke wijziging in de organisatie
– 5.1.5.1.F. Wijziging van de plaats waar de onderneming haar werkzaamheden uitoefent
– 5.1.5.1.G. Groepsgewijs werven of inlenen van arbeidskrachten
– 5.1.5.1.H. Doen van een belangrijke investering
– 5.1.5.1.I. Aantrekken van een belangrijk krediet
– 5.1.5.1.J. Het verstrekken van een belangrijk krediet
– 5.1.5.1.K. Invoering of wijziging van een belangrijke technologische voorziening
– 5.1.5.1.L. Treffen belangrijke maatregel in verband met milieu
– 5.1.5.1.M. Eigen-risico-dragen
– 5.1.5.1.N. Vragen van advies door bestuur aan externe deskundige
– 5.1.5.1.O. Ontslag of benoeming van een bestuurder van de onderneming
5.1.5.2. Wat te doen, als onduidelijk is of advies vereist is?
5.1.5.3. Besluit wordt feitelijk door een ander genomen
5.1.5.4. De wijze waarop het advies wordt gevraagd
5.1.5.5. Kennelijk onredelijk besluit en beroep bij de ondernemingskamer
– 5.1.5.5.A. In welke situaties kan er beroep ingesteld worden
– 5.1.5.5.B. Welke maatregelen kan de ondernemingskamer nemen
5.1.6. Instemmingsrecht van de ondernemingsraad
5.1.6.1. Diverse instemmingsplichtige besluiten
– 5.1.6.1.A. Pensioenverzekering, winstdelingsregeling of spaarregeling
– 5.1.6.1.B. Werktijd- of vakantieregeling
– 5.1.6.1.C. Belonings- of een functiewaarderingssysteem
– 5.1.6.1.D. Regelingen op het gebied van arbeidsomstandigheden
– 5.1.6.1.E. Personeelsmanagement-regelingen
– 5.1.6.1.F. Privacy gevoelige regelingen
5.1.6.2. Als onduidelijk is of instemming gevraagd moet worden
5.1.6.3. De procedure om instemming te verkrijgen
5.1.6.4. Instemming van OR is niet tegelijk instemming van alle medewerkers
5.1.6.5. Ondernemer vraagt extern advies over instemmingsplichtige besluiten
5.1.7. Informatierecht van de ondernemingsraad
5.1.8. (Ontslag)bescherming voor medewerkers die betrokken zijn bij de medezeggenschap
5.1.8.1. Benadeling tijdens de duur van de arbeidsovereenkomst
5.1.8.2. (Ontslag)bescherming
– 5.1.8.2.A. Beëindiging arbeidsovereenkomst van een lid van de ondernemingsraad, personeelsvertegenwoordiging of commissie, of van de secretaris
– 5.1.8.2.B. Beëindiging van de arbeidsovereenkomst met overige medewerkers die betrokken zijn (geweest) bij de medezeggenschap
– 5.1.8.2.C. Beëindiging in strijd met het ontslagverbod is nietig
5.1.9. Medezeggenschap in middelgrote en kleine ondernemingen
5.1.9.1. Regels voor ondernemingen met een personeelsvertegenwoordiging
5.1.9.2. Regels voor ondernemingen zonder een personeelsvertegenwoordiging
5.1.10. Gemeenschappelijke, centrale en groepsondernemingsraden
5.1.10.1. Eén ondernemer, één onderneming en meerdere ondernemingsraden
5.1.10.2. Eén ondernemer, meerdere ondernemingen, meerdere ondernemingsraden of een gemeenschappelijk ondernemingsraad
5.1.10.3. Meerdere ondernemers met ondernemingen die tot een groep behoren en meerdere ondernemingsraden of een gemeenschappelijke ondernemingsraad
5.1.10.4. Wanneer de onderneming onderdeel is van een internationaal concern
– 5.1.10.4.A. Is het onderdeel van het concern een “onderneming”?
– 5.1.10.4.B. Europese ondernemingsraad
5.1.11. Losse onderwerpen
5.1.11.1. Nadere invulling taak van de ondernemingsraad
5.1.11.2. Recht tot benoemen bestuursleden voor organisaties voor het personeel
5.1.11.3. Rechten voor de ondernemingsraad bij benoeming lid van de raad van commissarissen bij een structuurvennootschap
5.1.11.4. Geschillen, procederen en inschakelen bedrijfscommissie
5.1.11.5. De bedrijfscommissies