hoofdstuk 6.3.6.3. Laterale relaties (samenwerkingsverbanden)
Laterale relaties zijn verbanden die gelegd worden tussen afdelingen teneinde de onderlinge afstemming van de werkzaamheden van beide afdelingen te verbeteren. Hierbij zijn diverse vormen mogelijk, zoals:
A. Een werknemer die op verschillende afdelingen werkzaam is (tussenpersoon),
B. Een commissie of werkgroepen met medewerkers uit verschillende afdelingen
Afhankelijk van de complexiteit en het belang van de behoefte aan onderlinge afstemming zal er voor A, of voor B gekozen worden. Wordt daarmee niet in voldoende mate in de behoefte aan coördinatie voorzien, dan kan de oplossing gezocht worden door een wijziging van de hiërarchie (6.3.6.1.). Daarbij gaat het bijvoorbeeld om het geven van taken aan een (extra) leidinggevende of (speciale) afdeling die voor de coördinatie gaat zorgen. Dat doet deze persoon of afdeling door het geven van aanwijzingen, opdrachten of door het werk van de afdelingen te plannen.
Het komt steeds vaker voor dat bepaalde afdelingen een bijdrage moeten leveren bij bepaalde projecten. Denk aan de opdracht om de automatisering binnen de organisatie te verbeteren. Hierbij kan een project gestart worden dat ontwikkeld, gestuurd en begeleidt wordt door een projectmanager of projectteam. Aan het project nemen mogelijk diverse (wisselende) deskundigen uit verschillende afdelingen deel. Deze medewerkers worden zo nodig gedeeltelijk vrij gemaakt van hun dagelijkse werkzaamheden, opdat zij aan het project kunnen deelnemen.
Verder zoeken
Deze pagina is onderdeel van hoofdstuk 6 over personeelsmanagement. In dit deel vindt u informatie over personeelsmanagement in het algemeen (6.), naast gerichte informatie over:
6.1 Basis van het personeelsmanagement
6.2. De gewenste inzet van de factor arbeid
6.3. Maatregelen die behoren tot het personeelsmanagement
Zoekt u een ander onderwerp, zie dan onze trefwoorden of inhoudsopgave.