Wet op de Collectieve Arbeidsovereenkomst (WCAO)
Artikelen:
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 14a
15 16 17 18 19 20 21 22 t/m 26 27
24 December 1927. Wet houdende nadere regeling van de Collectieve Arbeidsovereenkomst.
Artikel 1 (WCAO)
1. Onder collectieve arbeidsovereenkomst wordt verstaan de overeenkomst, aangegaan door een of meer werkgevers of een of meer verenigingen met volledige rechtsbevoegdheid van werkgevers en een of meer verenigingen met volledige rechtsbevoegdheid van werknemers, waarbij voornamelijk of uitsluitend worden geregeld arbeidsvoorwaarden, bij arbeidsovereenkomsten in acht te nemen.
2. Zij kan ook betreffen aannemingen van werk en overeenkomsten van opdracht. Hetgeen in deze wet omtrent arbeidsovereenkomsten, werkgevers en werknemers is bepaald, vindt dan overeenkomstige toepassing.
3. Nietig is het beding, waarbij een werkgever verplicht wordt arbeiders van een bepaald ras of met een bepaalde godsdienst, levensbeschouwelijke of politieke overtuiging of leden van een bepaalde vereniging in dienst te nemen of waarbij hij zich verplicht te weigeren hen in dienst te nemen.
Artikel 2 (WCAO)
Eene vereniging van werkgevers of van werknemers is slechts bevoegd tot het aangaan van collectieve arbeidsovereenkomsten, indien de statuten der vereeniging deze bevoegdheid met name noemen.
Eene collectieve arbeidsovereenkomst kan slechts worden aangegaan bij een authentieke of onderhandse akte.
Artikel 4 (WCAO)
Eene vereniging, welke een collectieve arbeidsovereenkomst heeft aangegaan, draagt zorg dat ieder harer leden, die bij de overeenkomst betrokken is, zoo spoedig mogelijk den woordelijken inhoud der overeenkomst in zijn bezit heeft. Indien door de partijen eene toelichting op de collectieve arbeidsovereenkomst is opgesteld, geldt deze verplichting ook ten aanzien van de toelichting.
Artikel 5 (WCAO)
In geval van wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst en van uitdrukkelijke verlenging van haren duur vinden de bepalingen van de twee voorgaande artikelen overeenkomstige toepassing.
Artikel 6 (WCAO)
Eene wijziging van bepalingen in de statuten eener vereniging, welke het nakomen, het wijzigen, het verlengen of het opzeggen van collectieve arbeidsovereenkomsten betreffen, werkt niet ten aanzien van eene vóór de statutenwijziging door de vereniging aangegane collectieve arbeidsovereenkomst, tenzij de andere partij bij die overeenkomst daarin toestemmen.
Artikel 7 (WCAO)
1. Wanneer het tijdstip, waarop de werking der collectieve arbeidsovereenkomst aanvangt, niet bij de overeenkomst zelve is bepaald, vangt die werking aan met ingang van den vijftiende dag, volgende op dien, waarop de overeenkomst is aangegaan.
2. Wanneer bij de collectieve arbeidsovereenkomst niet anders is bepaald, strekt hare werking zich, van het tijdstip waarop deze aanvangt, mede uit over de op dat tijdstip reeds aangegane arbeidsovereenkomsten.
Artikel 8 (WCAO)
1. Eene vereniging, welke eene collectieve arbeidsovereenkomst heeft aangegaan, is gehouden te bevorderen, in de mate als de goede trouw medebrengt, dat hare leden de daarbij te hunnen aanzien gestelde bepalingen nakomen.
2. De vereniging staat voor hare leden slechts in, voor zoverre zulks in de overeenkomst is bepaald.
Artikel 9 (WCAO)
1. Allen, die tijdens den duur der collectieve arbeidsovereenkomst, te rekenen van het tijdstip waarop zij is aangegaan, lid zijn of worden eener vereniging, welke de overeenkomst heeft aangegaan, en bij de overeenkomst zijn betrekken, zijn door die overeenkomst gebonden.
2. Zij zijn tegenover elk der partijen bij de collectieve arbeidsovereenkomst gehouden al datgene, wat te hunnen aanzien bij die overeenkomst is bepaald, te goeder trouw ten uitvoer te brengen, als hadden zij zelve zich daartoe verbonden.
Artikel 10 (WCAO)
1. De leden eener vereniging, die door eene collectieve arbeidsovereenkomst gebonden zijn, blijven ook na het verlies van het lidmaatschap door die overeenkomst gebonden.
2. Die gebondenheid eindigt, wanneer de overeenkomst na het verlies van het lidmaatschap wordt gewijzigd. In geval van verlenging van de overeenkomst na het verlies van het lidmaatschap duurt de gebondenheid voort tot het tijdstip, waarop de overeenkomst zonder deze verlenging zou zijn geëindigd.
Artikel 11 (WCAO)
Ontbinding eener vereniging, welke eene collectieve arbeidsovereenkomst heeft aangegaan, heeft geen invloed op de rechten en verplichtingen, welke uit die overeenkomst voortvloeien.
Artikel 12 (WCAO)
1. Elk beding tussen een werkgever en arbeider, strijdig met eene collectieve arbeidsovereenkomst door welke zij beiden gebonden zijn, is nietig. In plaats van zodanig beding gelden de bepalingen der collectieve arbeidsovereenkomst.
2. De Nietigheid kan steeds worden ingeroepen door elk der partijen bij de collectieve arbeidsovereenkomst.
Artikel 13 (WCAO)
Bij gebreke van bepalingen in eene arbeidsovereenkomst omtrent aangelegenheden, geregeld in eene collectieve arbeidsovereenkomst door welke zowel de werkgever als de arbeider gebonden zijn, gelden de bepalingen der collectieve arbeidsovereenkomst.
Artikel 14 (WCAO)
Wanneer bij de collectieve arbeidsovereenkomst niet anders is bepaald, is de werkgever, die door die overeenkomst gebonden is, verplicht, tijdens den duur dier overeenkomst hare bepalingen omtrent arbeidsvoorwaarden ook na te komen bij de arbeidsovereenkomsten, als in de collectieve arbeidsovereenkomst bedoeld, welke hij aangaat met werknemers, die door de collectieve arbeidsovereenkomst niet gebonden zijn.
Artikel 14a (WCAO)
1. Door de overgang van een onderneming, als bedoeld in artikel 662 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek, gaan de rechten en verplichtingen welke op dat tijdstip voor de werkgever in die onderneming ten aanzien van daar werkzame werknemers voortvloeien uit bepalingen omtrent arbeidsvoorwaarden van een collectieve arbeidsovereenkomst waaraan hij gebonden is, van rechtswege over op de verkrijger van de onderneming.
2. De rechten en verplichtingen die ingevolge het eerste lid overgaan, eindigen op het tijdstip waarop de verkrijger ten aanzien van de arbeid, verricht door de in het eerste lid bedoelde werknemers, gebonden wordt aan een na de overgang van de onderneming tot stand gekomen collectieve arbeidsovereenkomst dan wel op het tijdstip waarop de verkrijger ten aanzien van die arbeid krachtens een na de overgang genomen besluit tot verbindendverklaring op grond van artikel 2 van de wet op het algemeen verbindend en het onverbindend verklaren van bepalingen van collectieve arbeidsovereenkomsten verplicht wordt bepalingen na te komen van een collectieve arbeidsovereenkomst. De rechten en verplichtingen eindigen voorts zodra de op het tijdstip van de overgang lopende geldingsduur van deze collectieve arbeidsovereenkomst verstrijkt.
3. In afwijking van het eerste en het tweede lid zijn op de rechten en verplichtingen van de werkgever die voortvloeien uit een bepaling in een collectieve arbeidsovereenkomst, die betrekking heeft op een pensioenregeling als bedoeld in artikel 1 van de Pensioenwet, dan wel een spaarregeling als bedoeld in artikel 3 van de Pensioen- en spaarfondsenwet zoals dat artikel luidde op de dag voorafgaand aan de inwerkingtreding van de Pensioenwet, de artikelen 663 en 664 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek van toepassing.
Artikel 15 (WCAO)
Eene vereniging, welke eene collectieve arbeidsovereenkomst heeft aangegaan, kan, indien eene der andere partijen bij die overeenkomst of een der leden van dezen handelt in strijd met eene harer of zijner verplichtingen, vergoeding vorderen niet alleen voor de schade, welke zij zelve dientengevolge lijdt, doch ook voor die welke hare leden lijden.
Artikel 16 (WCAO)
Voor zover de schade in ander nadeel dan vermogensschade bestaat, zal als vergoeding een naar billijkheid te bepalen bedrag verschuldigd zijn.
Artikel 17 (WCAO)
Bij de collectieve arbeidsovereenkomst kan met betrekking tot de schadevergoeding eene voorziening worden getroffen, welke afwijkt van het bepaalde bij de twee voorgaande artikelen.
Artikel 18 (WCAO)
Eene collectieve arbeidsovereenkomst kan niet voor langere tijd dan vijf jaren worden aangegaan; behoudens verlenging, zodanig dat partijen nimmer langer verbinden zijn dan vijf achtereenvolgende jaren, te rekenen van het tijdstip waarop de verlenging wordt overeengekomen.
Artikel 19 (WCAO)
1. Wanneer eene collectieve arbeidsovereenkomst voor een bepaalden tijd is aangegaan, wordt zij zo niet bij de overeenkomst anders is bepaald, geacht telkens voor gelijken tijd, doch ten hoogste voor een jaar, te zijn verlengd, behoudens opzegging; de opzeggingstermijn is, tenzij bij de overeenkomst anders is bepaald een twaalfde gedeelte van den tijd waarvoor zij oorspronkelijk is aangegaan.
2. Wanneer de tijd, waarvoor eene collectieve arbeidsovereenkomst wordt aangegaan, niet bij de overeenkomst is bepaald, wordt zij geacht te zijn aangegaan voor een jaar met verlenging telkens voor gelijken tijd, behoudens opzegging tenminste eene maand voor het einde van het jaar.
Artikel 20 (WCAO)
De opzegging van eene collectieve arbeidsovereenkomst moet worden gedaan aan alle partijen bij die overeenkomst. Zij kan slechts geschieden bij aangetekende brief of bij deurwaardersexploit.
Artikel 21 (WCAO)
Wanneer bij de collectie arbeidsovereenkomst niet anders is bepaald, heeft eene opzegging door eene der partijen ten gevolge dat de overeenkomst voor alle partijen eindigt.
Artikel 22 t/m 24 (WCAO)
Betreft de intrekking van art 1637n BW en wijzigingen in Wetboek van Burgerlijke Rechtsvorderingen, alsmede een overgangsregeling.
Artikel 25 (WCAO)
De gevolgen van eene collectieve arbeidsovereenkomst, van kracht bij de inwerkingtreding van deze wet, worden beoordeeld naar het voordien geldende recht, totdat na die inwerkingtreding de overeenkomst wordt gewijzigd of haar duur uitdrukkelijk wordt verlengd, in welk geval voor het vervolg de bepalingen van deze wet toepassing vinden.
Artikel 26 (WCAO)
Ten aanzien van vereenigingen, welke op het tijdstip van de inwerkingtreding dezer wet partij zijn of in de twee daaraan voorafgaande jaren partij geweest zijn bij eene collectieve arbeidsovereenkomst, vindt artikel 2 eerst twee jaren na die inwerkingtreding toepassing.
Artikel 27 (WCAO)
1. Deze wet treedt in werking op een door Ons te bepalen tijdstip.
2. Zij kan worden aangehaald onder den titel: “:Wet op de collectieve arbeidsovereenkomst”.
Gegeven te ‘s-Gravenhage, den 24sten December 1927.
Wilhelmina
De minister van Arbeid, Handel en Nijverheid,
J.R. Slotenmaker de Bruine
De minister van Justitie,
J. Donner
Deze wettekst wordt u aangeboden door artec neval. De wetsartikelen van de wetten worden aangepast aan de wetswijzigingen, zoals de overheid (de minister) dat in het Staatsblad laat publiceren. Een wet is derhalve in ontwikkeling. Een wetswijziging kan er toe leiden dat slechts een enkel lid (bepaling) van een artikel of meerdere leden (bepalingen) van een wetsartikel worden aangepast, alsook dat meerdere artikelen (wetsartikelen) veranderen.