Hoofdstuk 3.2.2.4. Gevolgen als arbeidsovereenkomst niet is geëindigd
Arbeidsovereenkomst is niet geëindigd
Het is mogelijk dat er geen beëindiging met wederzijds goedvinden heeft plaatsgevonden. Dat kan zich voordoen als de werknemer niet heeft opgezegd, niet heeft ingestemd met ontslag of de beëindigingsovereenkomst niet rechtsgeldig tot stand is gekomen.
Vanaf 1 juli 2015 kan een werknemer binnen twee weken terugkomen op een beëindigingsovereenkomst of instemming met het einde van het dienstverband. De medewerker moet dan binnen 14 dagen de werkgever schriftelijk laten weten dat deze de overeenkomst ontbind of de instemming herroept (art 7:670b lid 2 en 7:671 lid 2 BW). De termijn is drie weken als de werkgever de werknemer niet op deze mogelijkheid tot ontbinding of herroeping heeft gewezen (art 7:670b lid 3 en 7:671 lid 3 BW).
Wel een opzegging, echter geen instemming met de opzegging
Een werkgever die een arbeidscontract opzegt zonder dat de medewerker hiermee instemt, loopt de volgende risico’s. Beschikt de werkgever niet over een instemming bij ontslag en evenmin over een vergunning van het UWV Werkbedrijf, dan kan de medewerker binnen twee maanden een verzoek indienen bij de kantonrechter om de opzegging te laten vernietigen (3.4.4.A.). Heeft de werkgever de opzeggingsverboden overtreden, dan kan de medewerker ook op deze grond een verzoek tot vernietiging indienen bij de kantonrechter, eveneens binnen twee maanden (3.4.4.C.). De medewerker zal in die verzoekprocedure loon en tewerkstelling vorderen.
In plaats van het laten vernietigen kan de medewerker een billijke vergoeding vorderen (3.4.4.A.). Heeft de werkgever niet tegen de juiste dag opgezegd, dan kan de werknemer het misgelopen loon als schade vorderen. Deze onregelmatige opzegging kan zich voordoen als er bijvoorbeeld zonder opzegtermijn of niet tegen het einde van de maand is opgezegd (3.4.4.D.).
Geen beëindigingsovereenkomst en ook geen opzegging
Een arbeidscontract dat niet is opgezegd en ook niet is beëindigd door een overeenkomst, is nog steeds van kracht. De werkgever kan van de werknemer vorderen dat hij de arbeid verricht, terwijl de medewerker loon en tewerkstelling kan vorderen. Is de arbeidsovereenkomst geëindigd doordat de duur is verstreken waarvoor zij is aangegaan (3.2.), dan kan er geen tewerkstelling meer gevorderd worden. De medewerker kan dan wel loon eisen over de periode tot aan de beëindiging.
Verder zoeken
Deze pagina is onderdeel van hoofdstuk 3 over het einde van een dienstverband. U vindt hierin informatie over:
3.1. Arbeidsovereenkomst eindigt van rechtswege
3.2. Arbeidsovereenkomst eindigt met wederzijds goedvinden
3.5. Ontbinding arbeidsovereenkomst door kantonrechter (overige gronden)
3.6. Ontbindende voorwaarde in de arbeidsovereenkomst en overlijden
3.7. Werkloosheid
3.8. Sociaal-plan en outplacement
Zoekt u een ander onderwerp, zie dan onze trefwoorden of inhoudsopgave.