Hoofdstuk 3.4.1.E. Opzegverbod: discriminatie
Het is verboden om de arbeidsovereenkomst op te zeggen om redenen die de medewerker discrimineren. Het gaat hier om een opzegging wegens redenen die discrimineren. De medewerker zal moeten aantonen dat de reden voor de opzegging in het verboden onderscheid (discriminatie) is gelegen. Dit kan lastig zijn, als de werkgever andere redenen heeft aangedragen om de werkelijke reden te verbergen. Verboden onderscheid doet zich voor, wanneer de opzegging is ingegeven door redenen die samenhangen met godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras, geslacht, nationaliteit, hetero- of homoseksuele gerichtheid of burgerlijke staat (art 5 AWGB) en mogelijk ook op grond van de arbeidsduur per week waarvoor de overeenkomst is aangegaan (art 7:649 BW).
Op (on)gelijke behandeling wordt nader ingegaan in hoofdstuk 2.6. (2.6.)
In hoofdstuk 3.4.3.4.B worden de gevolgen van het niet in acht nemen van de opzeggingsverboden behandeld (3.4.3.4.B.).
Specialist
Bij Arbeidsrechter.nl zijn er meerdere specialisten die u kunnen bijstaan. Over dit onderwerp kunt u in het bijzonder worden bijgestaan door de heer mr. U. Hoogland. Hij is namelijk degene die over dit onderwerp de NOVA-erkende Masterclass geeft aan advocaten.
Heeft u een geschil en wilt u dat bespreken met de heer Hoogland?
Bel dan 08877-08855 (het eerste advies is geheel gratis en vrijblijvend).
Kijk hier voor meer informatie over de heer Hoogland en over de Nova masterclasses.
Verder zoeken
Deze pagina is onderdeel van hoofdstuk 3 over het einde van een dienstverband. U vindt hierin informatie over:
3.1. Arbeidsovereenkomst eindigt van rechtswege
3.2. Arbeidsovereenkomst eindigt met wederzijds goedvinden
3.5. Ontbinding arbeidsovereenkomst door kantonrechter (overige gronden)
3.6. Ontbindende voorwaarde in de arbeidsovereenkomst en overlijden
3.7. Werkloosheid
3.8. Sociaal-plan en outplacement
Zoekt u een ander onderwerp, zie dan onze trefwoorden of inhoudsopgave.