Hoofdstuk 3.1.3. Overeenkomst bepaalde tijd na contract onbepaalde tijd
Dit hoofdstuk ziet op de situatie waarbij een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd wordt gevolgd door een overeenkomst voor bepaalde tijd (binnen 6 maanden)
Op welke wijze kan een overeenkomst voor onbepaalde tijd ontstaan?
In een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd is de duur van de arbeidsovereenkomst niet bepaald, oftewel er is geen datum tot wanneer de arbeidsovereenkomst duurt. Een overeenkomst voor onbepaalde tijd ontstaat doordat partijen dit uitdrukkelijk regelen, als ook wanneer de werkgever en werknemer in de arbeidsovereenkomst juist niet regelen tot wanneer deze van kracht is. Uit voorgaande hoofdstukken blijkt dat ook wanneer partijen een overeenkomst voor bepaalde tijd (willen) aangaan, in bepaalde gevallen er toch een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd ontstaat. Bijvoorbeeld wanneer partijen meerdere overeenkomsten voor bepaalde tijd hebben gesloten, zonder onderbreking van langer dan zes maanden, terwijl:
- zij een vierde overeenkomst voor bepaalde tijd aangaan,
- zij een tweede of derde overeenkomst voor bepaalde tijd zijn aangaan en er (vervolgens) drie jaren zijn verstreken sinds het aangaan van de eerste overeenkomst.
- zij na een overeenkomst voor langer dan 3 jaar, een nieuwe overeenkomst voor bepaalde tijd aangaan die langer dan 3 maanden duurt, dan wel een nieuwe overeenkomst voor 3 maanden of korter aangaan welke echter niet direct volgt op de vorige overeenkomst.
Wanneer en hoe wordt de overeenkomst voor onbepaalde tijd gevolgd door een overeenkomst voor bepaalde tijd en wat zijn de juridische consequenties?
A. De werkgever beëindigt eerst eenzijdig de overeenkomst voor onbepaalde tijd en gaat vervolgens weer een overeenkomst voor bepaalde tijd aan
Medewerkers die een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd hebben, kunnen niet eenvoudig ontslagen worden. De werkgever die geen dringende reden heeft voor een ontslag op staande voet (3.3.2.), heeft een ontslagvergunning nodig van het UWV Werkbedrijf (3.4.), of hij vraagt om ontbinding bij de kantonrechter (3.5.). Bij uitzondering is er (nog) een proeftijd waarop de werkgever zich kan beroepen (3.3.1.). Slechts zelden is een werkgever die een arbeidsovereenkomst eenzijdig en rechtsgeldig beëindigt via het UWV of kantonrechter, vervolgens bereid om met dezelfde werknemer weer een overeenkomst voor bepaalde tijd aan te gaan. Doet hij dat toch, dan eindigt die arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd op het overeengekomen tijdstip. Die overeenkomst voor bepaalde tijd wordt dan gezien als de eerste overeenkomst tussen partijen, dus bijvoorbeeld het eerste contract in een keten van drie (art 7:667-4 BW).
In de wet staat derhalve aangegeven dat een contract voor onbepaalde tijd, die anders dan door opzegging (als bedoeld in art. 7:671 lid 1 onderdelen a tot en met h art 7:671-1 BW) of door ontbinding door de rechter is geëindigd, na een tussenpoos van ten hoogste 6 maanden is voortgezet door een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd, voor deze arbeidsovereenkomst van bepaalde tijd toestemming voor opzegging is vereist. Dat geldt overigens niet wanneer de voor onbepaalde tijd aangegane arbeidsovereenkomst wordt beëindigd wegens het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd van de werknemer (art 7:669-4 BW).
B. De medewerker zegt zelf de arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd op, terwijl hij later terug wil komen en dan een contract voor bepaalde tijd krijgt
Het gaat hier voornamelijk om situaties waarbij de medewerker elders zijn geluk wil beproeven, de overeenkomst opzegt, maar later toch weer terugkeert bij de werkgever. Indien er geen onderbreking is van 6 maanden, dan zal het contract dat nieuw voor bepaalde tijd wordt aangegaan, niet van rechtswege eindigen. Deze overeenkomst voor bepaalde tijd eindigt derhalve niet door het verlopen van de tijd, want deze moet opgezegd worden waarbij de werknemer ontslagbescherming geniet (art 7:667-4 BW).
C. De werkgever en werknemer maken met een beëindigingsovereenkomst (dus in overleg) een einde aan het contract voor onbepaalde tijd, waarna zij een contract voor bepaalde tijd aangaan
Dat partijen een overeenkomst voor bepaalde tijd overeenkomen, nadat of waardoor er een einde komt aan een overeenkomst voor onbepaalde tijd, daarvan kunnen partijen zich bewust of onbewust zijn.
Eindigt een overeenkomst voor onbepaalde tijd door een beëindigingsovereenkomst (dus in overleg tussen partijen) en gaan partijen vervolgens binnen een periode van 6 maanden een overeenkomst voor bepaalde tijd aan, dan wordt er gesproken over een voortzetting. Een voortgezette overeenkomst voor bepaalde tijd moet opgezegd worden (art 7:667 lid 4 BW), waarbij de werkgever een ontslagvergunning nodig heeft van het UWV Werkbedrijf (3.4.) of om ontbinding verzoekt bij de kantonrechter (3.5.). Oftewel de arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd eindigt niet van rechtswege op de overeengekomen datum. Zonder opzegging blijft de arbeidsovereenkomst bestaan, dat wil zeggen wordt het contract voor bepaalde tijd gevolgd door andere contracten voor bepaalde tijd, die ook niet eindigen zonder opzegging (of ontbinding). Onder bepaalde voorwaarden ontstaat er weer een overeenkomst voor onbepaalde tijd. Bijvoorbeeld als er twee jaren zijn verstreken sinds de eerste overeenkomst voor bepaalde tijd is aangegaan (na het onbepaalde tijd contract) of bij het overeenkomen van een vierde overeenkomst voor bepaalde tijd (ook weer, na het onbepaalde tijd contract).
In bepaalde gevallen is er geen voortzetting, waardoor de overeenkomst voor bepaalde tijd wel op de overeengekomen datum eindigt (art 7:667 lid 4 BW). Opzegging is dan niet nodig. Dat doet zich voor als de verschillende overeenkomsten elkaar niet opvolgen binnen een periode van 6 maanden.
Zijn partijen wel een nieuw contract voor bepaalde tijd overeengekomen, of is er sprake van een beëindigingsovereenkomst om het contract voor onbepaalde tijd later te eindigen?
Partijen kunnen overeenkomen dat de arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd op een bepaalde datum eindigt. Dat kan betekenen dat zij hun arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd laten volgen door een contract voor bepaalde tijd, welke opgezegd moet worden als er sprake is van voortzetting (zie hierboven). Het is echter ook mogelijk dat zij een beëindigingsovereenkomst zijn aangaan welke op een bepaalde datum (dus op termijn) een einde maakt aan hun contract voor onbepaalde tijd.
De beëindigingsovereenkomst moet schriftelijk aangegaan worden en zal doorgaans omschrijven per wanneer de overeenkomst eindigt en tegen welke voorwaarden dat gaat plaatsvinden. Is de overeenkomst niet schriftelijk aangegaan, dan kan gesteld worden dat deze nietig is en dus de arbeidsovereenkomst niet eindigt. Is de overeenkomst niet duidelijk, dan kan het mogelijk als een contract voor bepaalde tijd in plaats van een beëindigingsovereenkomst uitgelegd worden.
Op het onderscheid tussen een beëindigingsovereenkomst en het overeenkomen van een contract voor bepaalde tijd, gaat hoofdstuk 3.2.2.5. nader in (3.2.2.5.).
Wat is een passende vergoeding bij ontslag?
- Datum in dienst
- Brutoloon per maand
- Wat is de reden van ontslag?
Met onze gratis toolbox rekent u alles tot in detail door: Toolbox ontslagkosten
Bespreek uw mogelijkheden gratis met een specialist: Toolbox ontslagkosten
Verder zoeken
Deze pagina is onderdeel van hoofdstuk 3 over het einde van een dienstverband. U vindt hierin informatie over:
3.1. Arbeidsovereenkomst eindigt van rechtswege
3.2. Arbeidsovereenkomst eindigt met wederzijds goedvinden
3.5. Ontbinding arbeidsovereenkomst door kantonrechter (overige gronden)
3.6. Ontbindende voorwaarde in de arbeidsovereenkomst en overlijden
3.7. Werkloosheid
3.8. Sociaal-plan en outplacement
Zoekt u een ander onderwerp, zie dan onze trefwoorden of inhoudsopgave.