Hoofdstuk 4.2.2.3. Uitbetalen van vakantiedagen
De vakantiedagen waar de medewerker recht op heeft volgens de wettelijke regeling mogen niet in geld uitgekeerd worden zolang het arbeidscontract voortduurt (4.2.3.). Het is daarom niet toegestaan om vakantiedagen af te kopen terwijl de arbeidsovereenkomst nog niet is geëindigd (art 7:640 BW).
Mogen boven-wettelijke-vakantierechten uitbetaald worden?
Heeft een medewerker meer aanspraak op vakantiedagen dan de wettelijke regeling als minimum stelt, dan speelt de vraag of deze extra vakantiedagen in geld uitgekeerd mogen worden. Dat mag alleen als dat uitdrukkelijk in een schriftelijke (arbeids)overeenkomst of CAO is geregeld (art 7:640-2 BW). Daarbij komt dat de medewerker met die afkoop van vakantierechten niet hoeft in te stemmen, aangezien hij recht heeft om die dagen op te nemen (art 7:638 BW).
Mag de werkgever de boven-wettelijke-vakantiedagen uitbetalen, dan kan het lastig zijn deze extra dagen van de wettelijke dagen te onderscheiden. In beginsel kan aangenomen worden dat eerst de dagen van de wettelijke regeling opgenomen worden en vervolgens de extra dagen. Het zijn dan vaak deze extra dagen die overblijven en die in geld uitgekeerd mogen worden. Echter, wanneer er vakantierechten van voorgaande jaren bestaan, dan worden eerste deze oude vakantierechten opgenomen.
Onverschuldigde betaling en verrekening
Medewerkers behouden aanspraak op vakantie en doorbetalen van loon, als de vakantiedagen onrechtmatig in geld zijn uitbetaald. Het uitbetaalde geld, oftewel het geld voor de afkoop van de vakantiedagen, kan de werkgever terugvorderen aangezien dit onverschuldigd is betaald. De medewerker heeft dus een vordering op de werkgever, die loon moet doorbetalen over de tijd dat hij zijn recht op vakantie opneemt. Voorgaande betekent dat de medewerker recht op loon (vakantiegeld) heeft, maar daarnaast het te veel betaalde loon (reeds uitbetaalde vakantiegeld) moet terugbetalen. Verrekening van beide vorderingen met elkaar is mogelijk op het moment dat de medewerker vakantie neemt, wanneer de medewerker hiermee instemt. Stemt een medewerker hiermee niet in, dan kan de werkgever dit onverschuldigde bedrag (uitbetaalde vakantierechten / te veel betaald loon) verrekenen met het loon dat de medewerker tegoed heeft (voor de arbeid die hij heeft geleverd). Dit moet spoedig plaatsvinden, waardoor hiermee niet gewacht kan worden tot de tijd dat de medewerker zijn recht op vakantie opneemt (4.1.8.2.).
Verder zoeken
Deze pagina is onderdeel van hoofdstuk 4 over de arbeidsvoorwaarden. Oftewel de tegenprestatie waarvoor werknemers bij een werkgever werken op grond van de arbeidsovereenkomst. U vindt in dit deel informatie over:
4.1. Loon (o.a. minimumloon, tijdstip betalen, loon vorderen, beslag)
4.2. Vakantie (o.a. vakantierechten opbouwen en opnemen, vakantiegeld)
4.3. Pensioen (o.a. opbouwen, afkopen, einde dienstverband)
4.4 VUT-regeling
4.5. Afdracht van loonbelasting en premies
Zoekt u een ander onderwerp, zie dan onze trefwoorden of inhoudsopgave.