Hoofdstuk 5.1.6. Instemmingsrecht van de ondernemingsraad
Instemming
Voor bepaalde besluiten die de ondernemer wil nemen moet hij de instemming van de ondernemingsraad vragen (art 27 WOR). Zonder instemming mag hij in beginsel geen uitvoering geven aan het besluit. De ondernemingsraad heeft daarmee een vetorecht.
De instemming moet de ondernemer vragen voor het “vaststellen, wijzigen of intrekken” van bepaalde “regelingen of systemen” die van belang zijn voor een “groep medewerkers”, welke “niet uitputtend voortvloeit uit een cao” (of AVV).
“vaststellen, wijzigen of intrekken”
Het moet gaan om een voorgenomen besluit tot het vaststellen, wijzigen of intrekken van een regeling of systeem (art 27-1 WOR). De instemmingsbevoegdheid ziet ook op minimale wijzigingen. Heeft een vorige ondernemingsraad met een regeling ingestemd, dan hoeft de ondernemer geen instemming meer te vragen aan een daarna gekozen ondernemingsraad. Eindigt een regeling door het verstrijken van de tijd waarvoor zij is aangegaan, dan hoeft de ondernemer geen besluit te nemen om de regeling in te trekken. Wil de ondernemer de regeling voortzetten, dan is dit te zien als een voorgenomen besluit om de regeling vast te stellen dat instemmingsplichtig is.
“Regelingen of systemen”
Regelingen en systemen zijn aantoonbare uitvloeiselen van het in de onderneming te voeren beleid waarop betrokkenen zich kunnen beroepen voor een bepaalde of onbepaalde tijd. Daarvoor is niet nodig dat deze regeling op schrift is gesteld, daar het bestaan van een regeling ook kan blijken door het handelen op grond van een (geheime) regeling. Besluiten die slechts eenmalig (één reorganisatie) of voor een korte duur van toepassing zijn worden niet als een regeling of systeem gezien, vanwege het gebrek aan duurzaamheid. Een eenmalige winstuitkering van de ondernemer is niet instemmingsplichtig, tenzij hij eveneens bepaalt in welke omstandigheden er in de toekomst tot winstuitkering wordt overgegaan. Heeft de werkgever zich ten allen tijde het recht voorbehouden om een regeling in te trekken, dan dient hij voordat hij hiertoe overgaat doorgaans instemming aan de raad te vragen.
“groep medewerkers”
Instemming is evenmin vereist, als de regeling alleen voor individuele medewerkers geldt die niet als een groep of verschillende groepen zijn te zien (art 27-1 slotzin WOR). De ondernemingsraad vertegenwoordigt een collectief. Zo is het geven van een maandelijkse toeslag aan een individuele werknemer niet instemmingsplichtig, wat ook geldt als het gaat om meerdere individueel benaderde medewerkers die verschillende functies bekleden. Het is niet de bedoeling van de wet dat de raad instemming moet verlenen voor besluiten die niet een collectief aangaan.
“welke niet uitputtend voortvloeit uit een cao”
Is een regeling overeengekomen in een cao, dan hoeft er geen instemming meer gevraagd te worden aan de ondernemingsraad, tenminste als de regeling zo goed als volledig uit de cao voortvloeit (art 27-3 WOR). Het komt steeds vaker voor dat de cao slechts de grote lijnen aangeeft die de ondernemer (in samenwerking met de ondernemingsraad) nader kan invullen. Dan is het inschakelen van de ondernemingsraad doorgaans vereist. Dergelijke algemene regelingen worden raam-, etage- of cafetaria-cao’s (bepalingen) genoemd.
Verwijzingen
In het nu volgende hoofdstuk wordt ingegaan op de vraag bij welke besluiten er instemming gevraagd moet worden (5.1.6.1.). Niet altijd is het duidelijk of het besluit instemmingsplichtig is, waardoor een onduidelijke situatie resteert (5.1.6.2.). Vraagt de ondernemer om instemming dan moet hij een bepaalde procedure doorlopen, dat eventueel wordt gevolgd door een procedure bij de kantonrechter (5.1.6.3.). Uit het verlenen van instemming van de ondernemingsraad kan niet afgeleid worden dat iedere medewerker individueel aan de verandering is gebonden (5.1.6.4.). Voordat de ondernemer met een voornemen komt kan hij een externe deskundige raadplegen, waarover de ondernemingsraad wordt geïnformeerd (5.1.6.5.).
Verder zoeken
Deze pagina is onderdeel van hoofdstuk 5 over de medezeggenschap. U vindt in dit deel informatie over collectieve regelingen die voor werkgevers en werknemers gelden op grond van hun arbeidsovereenkomsten:
5.1. Ondernemingsraad (o.a. instellen, advies, instemming, recht op informatie)
5.2. Arbeidsomstandigheden bij de werkgever (o.a. arbobeleid, arbeidsinspectie)
5.3. Arbeidstijden voor werknemers (o.a. vaststellen, veranderen)
Zoekt u een ander onderwerp, zie dan onze trefwoorden of inhoudsopgave.