hoofdstuk 6.3.3.1. Gewenste omvang en flexibiliteit personeel?
De gewenste flexibiliteit wordt concreet gemaakt met de volgende begrippen.
Kwantitatieve flexibiliteit
Deze flexibiliteit ziet op het vermogen van een organisatie om verandering te brengen in de omvang van het werk dat zij verricht. Het gaat dus om flexibiliteit in de hoeveelheid werk. Bij omvang van het werk wordt voor de eenvoud gedacht aan het werk dat direct bijdraagt aan het vervaardigen van de producten of het leveren van diensten. Het gaat om het werk dat de producerende en dienstverlenende afdelingen uitvoeren, mogelijk inclusief het werk van het management daarvan.
Kwalitatieve flexibiliteit
Dit is het vermogen van de organisatie om ander werk te doen of de kwaliteit van het werk te variëren. Oftewel flexibiliteit in datgene wat de organisatie doet.
Gewenste flexibiliteit
Bij het bepalen van de gewenste kwantitatieve en kwalitatieve flexibiliteit dient de strategie als uitgangspunt. Het goed uitvoeren van de strategie, vraagt om een organisatie die aan bepaalde kenmerken voldoet, waarbij ook gedacht wordt aan eigenschappen als kwantitatieve of kwalitatieve flexibiliteit. In andere hoofdstukken wordt ingegaan op strategie (6.1.1.) en het aansluiten van de inzet van de factor arbeid op deze strategie (6.1.2.).
Gewenste kwantitatieve flexibiliteit
De hoeveelheid werk is doorgaans niet constant over het hele jaar. Er zullen zich schommelingen voordoen binnen een jaar, een maand, een week of zelfs per dag of dagdeel. Iedere bedrijfstak heeft zo zijn karakteristieken, waarbij het bijvoorbeeld gaat om drukte tijdens zomermaanden, decembermaand, vrijdag- en zaterdagmiddag of tijdens de middagpauzes of de spits. Dergelijke schommelingen hoeven niet voor de gehele organisatie op te gaan, aangezien er binnen organisaties vaak afdelingen bestaan die geen of juist extra schommelingen kennen, alsmede waar het in afwijkende periodes druk is.
De precieze omvang van de hoeveelheid werk en de schommelingen kunnen duidelijk worden door de voorgaande jaren te bestuderen. Zijn deze gegevens niet voorhanden, dan kan de informatie van vergelijkbare organisaties bestudeerd worden. Deze informatie is mogelijk bij de werkgevers- of brancheorganisatie verkrijgbaar. Door het verwerken van de informatie in grafieken kunnen de belangrijkste schommelingen per dag, week, maand of jaar duidelijk worden.
Gewenste kwalitatieve flexibiliteit
Iedere organisatie die niet volstaat met standaardproducten moet zich aanpassen aan variatie in aard of kwaliteit van het werk. Nu is het zaak om de gewenste variatie in de kwaliteit of aard van het werk in kaart te brengen. Bepaalde variatie zal noodzakelijk zijn. De niet noodzakelijke variatie wordt beoordeeld door de rentabiliteit van deze kwalitatieve flexibiliteit in te schatten. De extra opbrengsten en kosten die samenhangen met de mogelijkheid om bepaalde werkzaamheden te verrichten worden tegen elkaar afgewogen. Bij extra kosten moet gedacht worden aan extra vaste en vlottende activa (voorraad, machines, onroerend goed), extra werknemers (incl. aanverwante kosten) en extra coördinatie-behoeften (extra planning, overdragen van informatie en werkzaamheden).
In de volgende hoofdstukken wordt ingegaan op de wijze waarop de organisatie de gewenste kwantitatieve en kwalitatieve flexibiliteit bereikt.
Verder zoeken
Deze pagina is onderdeel van hoofdstuk 6 over personeelsmanagement. In dit deel vindt u informatie over personeelsmanagement in het algemeen (6.), naast gerichte informatie over:
6.1 Basis van het personeelsmanagement
6.2. De gewenste inzet van de factor arbeid
6.3. Maatregelen die behoren tot het personeelsmanagement
Zoekt u een ander onderwerp, zie dan onze trefwoorden of inhoudsopgave.