Hoofdstuk 4.2.2.5. Sluiten onderneming en vakantie
In overleg met de ondernemingsraad of alle medewerkers kan de werkgever afspreken dat gedurende een bepaalde periode de onderneming gesloten is. Dergelijke afspraken hoeven niet gemaakt te worden, wanneer een (collectieve) arbeidsovereenkomst regelt in welke periode de vakantie wordt opgenomen. Het collectief vaststellen van de vakantie door de werkgever is afwijkend en dient daarom schriftelijke in een (arbeids)overeenkomst of CAO overeengekomen te zijn (art 7:638-2 BW).
Is het collectief vaststellen van de vakantie niet schriftelijk overeengekomen (in een cao), dan geldt het volgende. De werkgever dient op verzoek van de medewerker de vakantie vast te stellen, tenzij hij daartegen gewichtige redenen kan aanvoeren. Die gewichtige reden kan in de sluiting van de onderneming gevonden worden, waarbij iedereen tegelijk met vakantie dient te gaan. De werkgever kan daarmee het verzoek van de medewerker afwijzen, op voorwaarde dat hij dat schriftelijk en binnen twee weken doet (art 7:638 BW).
Een medewerker moet gedurende deze sluiting vakantie nemen. Mocht een medewerker hiervoor te weinig vakantie, ATV of verlof dagen hebben, dan zal de werkgever hem het loon over deze niet gewerkte dagen moeten doorbetalen. In een overeenkomst kan mogelijk overeengekomen worden dat er dan geen loon verschuldigd is, of dat deze dagen in mindering komen op toekomstige vakantierechten van de medewerker.
Verder zoeken
Deze pagina is onderdeel van hoofdstuk 4 over de arbeidsvoorwaarden. Oftewel de tegenprestatie waarvoor werknemers bij een werkgever werken op grond van de arbeidsovereenkomst. U vindt in dit deel informatie over:
4.1. Loon (o.a. minimumloon, tijdstip betalen, loon vorderen, beslag)
4.2. Vakantie (o.a. vakantierechten opbouwen en opnemen, vakantiegeld)
4.3. Pensioen (o.a. opbouwen, afkopen, einde dienstverband)
4.4 VUT-regeling
4.5. Afdracht van loonbelasting en premies
Zoekt u een ander onderwerp, zie dan onze trefwoorden of inhoudsopgave.